Niet de gedoodverfde opvolger –
een interview met Danny Hollestelle, zakenvrouw van het jaar 2015

Dorine Huijbregts Familiebedrijven, Ondernemen, opvolging, Zakenvrouw


Vrouwelijke opvolgers binnen familiebedrijven vormen een belangrijke groep waarvan we nog niet veel weten. En als er al onderzoek naar is verricht, dan vaak alleen vanuit financieel/bedrijfseconomisch perspectief.

Dit jaar vier ik mijn 21-jarig ondernemerschap. In dat kader leek het me passend en zinvol om een aantal blogs aan vrouwelijk ondernemerschap binnen familiebedrijven te wijden. In deze reeks wil ik met name op een praktische wijze de invloed en meerwaarde van de vrouw op het gebied van de familiedynamiek, emoties, opvolging en stijl van leiderschap onder de aandacht brengen.

Zakenvrouw van het jaar aan het woord
In dit eerste blog in deze reeks staat Danny Hollestelle centraal. DGA van de Koninklijke Hollestelle Groep. De 6e generatie van het familiebedrijf in de metaalindustrie met 70 medewerkers gevestigd in Goes. Danny werd in 2015 verkozen tot zakenvrouw van het jaar.

Wat maakt het nou zo verschillend dat jij als vrouw de leiding hebt over dit bedrijf?
Ik stond hier eigenlijk nooit echt bij stil. Tot op het moment dat ik zakenvrouw van het jaar werd en mij die vraag bijna iedere dag werd gesteld. Daarna ben ik er meer over gaan nadenken.

Ik zit bijvoorbeeld anders in een overleg dan mijn mannelijke gesprekspartners. Zoals laatst tijdens een contractdiscussie met een veeleisende klant. Ik wilde dat zij ons tegemoet zouden komen. Op dat moment ben ik heel erg bezig met vragen als: “Hoe redeneren zij? Wat vinden zij belangrijk?” Dit zorgt ervoor dat we een plan bedenken waar zij zich goed in kunnen vinden en waarvoor ze bereid zijn te betalen. Dus meer de vraag achter de vraag boven water krijgen. Dat zie ik mijn mannelijke collega’s niet zo doen.

Hoe ben je opvolger geworden en speelde daarin je vrouw-zijn nog een rol?
Tien jaar geleden heb ik mijn vader opgevolgd als directeur-eigenaar van het familiebedrijf. Ik kwam er pas recent achter dat mijn vader eigenlijk nooit bedacht had dat zijn dochter het bedrijf zou overnemen. Die dochter, ik dus, ging commerciële werktuigbouwkunde studeren en daarna naar Nyenrode voor bedrijfskunde. Deze mogelijkheid van bedrijfsopvolging was echter nooit uitgesproken en mijn studiekeuzes heb ik niet bewust vanuit die gedachte gemaakt.

Mijn vader komt uit een verzuilde maatschappij. Het idee van een vrouwelijke opvolger kwam niet in het plaatje voor. Pas toen ik aangaf in het familiebedrijf te willen werken, viel het kwartje bij ons beiden. Daarna ging het heel snel. Juist het gegeven dat ik niet de gedoodverfde opvolger was, maakte het proces mooi. Mijn vader werd gelijk enthousiast en had vanaf dat moment alle vertrouwen in mij. Eerder kwam het gewoon niet in zijn hoofd op, het was een ‘blinde vlek’.

Misschien was onbewust het overname-zaadje trouwens al veel eerder geplant. Ik was als kind altijd aanwezig bij belangrijke mijlpalen, zoals jubilea en de eerste paal van ons nieuwe pand en toen vond ik het al een prachtig bedrijf.

Wat was de rol van je moeder?
Mijn moeder was natuurlijk ook bij de opvolging betrokken. Als geen ander weet ze hoe het ondernemerschap en de leiding over het familiebedrijf je leven beheerst. Ze heeft er een dubbel gevoel bij. Enerzijds is ze supertrots op wat ik bereikt heb, anderzijds wil ze ook quality time met haar dochter en wil ze me beschermen. Ze zei: “Pas op, want het is niet gemakkelijk. Het is een zware taak die je op je schouders neemt.”

Mijn moeder heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het sociale beleid van ons bedrijf. Dit was duidelijk haar inbreng, haar kracht. Ik heb hier veel van geleerd. Zo ga ik bijvoorbeeld op kraambezoek als er een baby is geboren bij een medewerker. Het kost me een uurtje, maar je deelt een bijzondere ervaring met elkaar, leert de partner beter kennen en vormt je een beeld van de thuissituatie. Een mooie vorm van aandacht en waardering.

Doe je het goed als opvolger?
Eerlijk gezegd, heb ik het hem nooit gevraagd. Maar ik heb het gevoel dat ik aan zijn verwachtingen voldoe, ondanks het feit dat ik het toch anders aanpak. Ik ben een ander persoon en geef leiding in een ander tijdperk, aan een nieuwe generatie met veel nieuwe ontwikkelingen in de sector. Mijn vader en ik zijn totaal verschillende leiders. Mijn vader was meer de autoritaire leider; een leiderschapstype dat paste bij die tijd. Ik beschik over een ander karakter en andere bagage en kies van daaruit voor een andere vorm van leiderschap: intuïtief (situationeel) en coachend. Toch denk ik wel eens … “Als ik dit zou doen, wat zou hij ervan denken?” Terwijl ik weet dat hij alle vertrouwen in mij heeft, omdat hij het bedrijf volledig heeft losgelaten.

Waar we elkaar 100% in vinden: ons beider harten kloppen even hard voor ons familiebedrijf én voor de maakindustrie.

Hoe denk je dat je vader naar jou kijkt als vrouwelijke opvolger?
Ik weet dat hij trots is. En ik denk dat hij vindt dat het meerwaarde biedt dat ik vrouw ben, omdat het onderscheidend is in onze branche en dat ik daardoor kansen creëer en ook pak. Je valt toch op als vrouw in de techniek. Het is op z’n minst verrassend dat jij niet degene bent die ze verwachten dat er binnenkomt.

Toch hield hij zich tijdens het overdrachtsproces volgens mij niet veel bezig met het vrouwelijke aspect. Uiteindelijk gaat het bij opvolging toch primair over de juiste persoon op de juiste plek.

Wat zou jij andere vrouwelijke ondernemers en/of opvolgers toe willen wensen?
Heel veel. Ontwikkel je talenten. Volg je ambitie. Wees ook bereid om keuzes te maken en prioriteiten te stellen. Zet bovendien ook, bewust of onbewust, je vrouwelijke kwaliteiten in. Het leidt gewoon tot succes!