Afgelopen zomer waagde ik de grote sprong, de sprong die ik altijd al had willen maken. Vanaf 4 km hoogte, 45 seconden in vrije val, met een snelheid van 200 kilometer per uur. Dat moment van loslaten, over de rand van het vliegtuig kukelen.
Dat was het engste. Even vergat ik te ademen, onbewust even de paniek, de controle te verliezen. Val ik niet dood? En toen dacht ik in een flits; ‘ik geef me maar over’. Daarna was het, alhoewel spannend, genieten! En natuurlijk landde ik uiteindelijk veilig op de grond en werkte de parachute prima. Maar je weet het niet zeker, toch?
Nieuwe website
Vreemd genoeg kreeg ik achteraf naar aanleiding van deze sprong 2 associaties. Als eerste kwam het beeld van het proces van het werken aan mijn nieuwe website die nu gelukkig klaar is. Mijn PR adviseur die me ‘dwong’ om keuzes te maken; ‘je bent te breed, je moet beter herkenbaar zijn. Waar ben jij het allerbeste in’? Grappig, dit zeg ik ook nogal eens tegen klanten die alles blijven doen in een technologisch snel veranderende omgeving. En nu voelde ik hoe lastig dit is. Mijn innerlijke saboteur verzet zich hevig; ‘Niet doen Dorine, dan laat je kansen liggen, je kunt nog veel meer’. ‘Je bent een generalist’. En die andere stem in mij die zegt; ‘En toch is het goed, zet door! Daarna zie je wel wat het effect is’.
De sprong bij overdracht
Ook bij overdracht naar een nieuwe generatie in familiebedrijven herken ik dit beeld bij de generatie die los moet laten. Gaat het wel goed komen? Kan hij of zij het wel? Moet ik niet bijsturen? Ook hier die neiging de controle te willen houden. Die ‘doodsangst’ is heel begrijpelijk daar het opgebouwde bedrijf wel voelt als jouw ‘kindje’. En toch is het belangrijk om door de angst heen, los te laten. Het is noodzakelijk om de nieuwe generatie de ruimte te geven. Zodat deze zelf vrijuit kan vliegen. Op een andere wijze dan ik. Niet minder goed, wel anders, en misschien ook meer passend bij deze tijd.